Stenotosaurus

Stenotosaurus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Midden-Trias
Schets van Stenotosaurus stantonensis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Amfibia (Amfibieën)
Orde:Temnospondyli
Onderorde:Stereospondyli
Familie:Stenotosauridae
Geslacht
Stenotosaurus
Romer, 1947
Typesoort
Capitosaurus semiclausus
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Stenotosaurus[1] is een geslacht van uitgestorven temnospondyle Batrachomorpha (basale 'amfibieën'). Het leefde in het Midden-Trias (Anisien, ongeveer 247 - 243 miljoen jaar geleden) en zijn fossiele overblijfselen zijn gevonden in Duitsland en Engeland.

Naamgeving

De eerste fossielen van dit dier werden gevonden in de bodems van het Anisien van Engeland en werden in 1904 door Arthur Smith Woodward beschreven als de nieuwe soort Capitosaurus stantonensis. De soortaanduiding verwijst naar de herkomst bij Stanton. Andere overblijfselen werden in Duitsland gevonden bij Villingen in lagen van het Anisien en zij werden in 1927 door Swinton toegeschreven aan de soort Capitosaurus semiclausus, de 'halfgeslotene'. Het holotype is BMNH R5276, een schedel. Pas in 1947 concludeerde Alfred Sherwood Romer dat de Duitse overblijfselen behoorden tot een op zichzelf staand geslacht Stenotosaurus, met een smallere schedel en een gesloten of bijna gesloten otische inkeping. Capitosaurus semiclausus is daarmee de typesoort van het geslacht. Een daaropvolgende studie door Kamphausen (1983) schreef ook de soort Capitosaurus stantonensis toe aan het geslacht Stenotosaurus. Kamphausen had in 1979 al een nieuwe soort uit het Anisien van Duitsland benoemd, Stenotosaurus gracilis, de 'lichtgebouwde'.

Beschrijving

Dit dier was, net als alle vergelijkbare vormen, begiftigd met een grote langwerpige en nogal platte schedel. De schedel kon dertig centimeter lang worden en er wordt aangenomen dat het hele dier twee meter zou kunnen hebben gehaald. Stenotosaurus had een meer langwerpige snuit dan typische capitosauriden en het postorbitale raakte de zijkant van het prefrontale aan de oogkas, waardoor het jukbeen van die rand werd gedrongen. Bovendien raakten de tabulaire hoorns (die gewoonlijk bij veel temnospondylen een min of meer brede incisura otica vormden) het squamosum aan de achterzijde, waardoor een echt venster werd gevormd. In 1947 begreep Alfred Romer correct dat de ontwikkeling van dit otische venster onafhankelijk had plaatsgevonden bij Stenotosaurus en bij Cyclotosaurus: in het laatste geslacht was het jukbeen zelfs niet uitgesloten van de oogkasrand. Stenotosaurus bezat ook een aantal onderscheidende kenmerken, niet gevonden andere bekende capitosauriër: de versiering van het schedeldak was erg ruw (bestaande uit grote gaten en prominente richels), en er was een groot foramen van het quadratojugale.

Fylogenie

Stenotosaurus wordt beschouwd als een lid van de capitosauriërs, een clade van temnospondyle 'amfibieën' (tetrapoden met een zwemmend larvestadium) die meestal groot zijn, met lange driehoekige schedels en strikt aquatische gewoonten. Stenotosaurus is binnen deze groep op verschillende manieren beschouwd: als een vertegenwoordiger van de Mastodonsauridae, als een lid van de Capitosauridae of een lid van een afzonderlijke familie Stenotosauridae.

Hieronder staat een cladogram uit een onderzoek van Maganuco en collega's (2009):

Capitosauria 

Sclerothorax hypselonotus




Warrenisuchus aliciae




Edingerella madagascariensis





Watsonisuchus gunganj




Watsonisuchus magnus



Watsonisuchus rewanensis






Wetlugasaurus angustifrons




Parotosuchus orenburgensis





Stanocephalosaurus pronus


Cyclotosauridae

Cyclotosaurus robustus



Tatrasuchus wildi






Stenotosaurus stantonensis




Xenotosuchus africanus




Cherninia denwai




Wellesaurus peabodyi




Paracyclotosaurus davidi



Heylerosauridae

Eocyclotosaurus



Odenwaldia heidelbergensis



Mastodonsauridae

Mastodonsaurus giganteus




Eryosuchus garjainovi




Yuanansuchus laticeps



Quasicyclotosaurus campi


















Bronnen, noten en/of referenties

Literatuur

  • Woodward AS. 1904. On two new labyrinthodont skulls of the genera Capitosaurus and Aphaneramma. Proceedings of the Zoological Society of London 2: 170–176.
  • Swinton WE. 1927. A new species of Capitosaurus from the Trias of the Black Forest. Annals and Magazine of Natural History 20: 177–186.
  • Romer AS. 1947. Review of the Labyrinthodontia. Bulletin of the Museum of Comparative Zoology, Harvard University 99: 1–352.
  • Kamphausen D. 1983. Stenotosaurus gracilis, ein neuer Capitosauride (Stegocephalia) aus den Unteren Rottonen Oberfrankens. Neues Jahrbuch fur Geologie und Palaeontologie, Monatshefte 1983: 119–128.
  • Damiani R. J. 2001. A systematic revision and phylogenetic analysis of Triassic mastodonsauroids (Temnospondyli: Stereospondyli). Zoological Journal of the Linnean Society 133 (4): 379–482.
  • Maganuco, S.; Steyer, J.S.; Pasini, G.; Boulay, M.; Lorrain, S.; Bénéteau, A.; and Auditore, M. 2009. An exquisite specimen of Edingerella madagascariensis (Temnospondyli) from the Lower Triassic of NW Madagascar; cranial anatomy, phylogeny, and restorations. Memorie della Società Italiana di Scienze Naturali del Museo Civico di Storia Naturale di Milano 36 (2): 1–72.

Noten

  1. Fossilworks: Stenotosaurus. www.fossilworks.org. Geraadpleegd op 17-09-2022.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Stenotosaurus op de Italiaanstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.