Shannon-index

De Shannon-index (ook bekend als de Shannon-Wiener-index of de Shannon-Weaver-index)[1] is een maat die in de ecologie veelvuldig wordt gebruikt om de diversiteit aan soorten (of lagere taxa) te beschrijven. Zowel het aantal soorten als hun verdeling worden in de berekening meegenomen.

De index is opgesteld door de wiskundige-elektrotechnicus Claude Shannon, initieel om de entropie in een sliert tekst te kwantificeren. De basisgedachte is dat het moeilijker wordt de letter op de volgende positie te voorspellen naarmate het aantal letters in de sliert toeneemt of de relatieve abundantie van de letters toeneemt. De index is echter ook rechtstreeks toepasbaar op individuen van soorten.

Definities

  • n i {\displaystyle n_{i}} = aantal individuen van soort i
  • S {\displaystyle S} = aantal soorten (soortenrijkdom)
  • N {\displaystyle N} = totaal aantal individuen
  • p i {\displaystyle p_{i}} = relatieve voorkomen van elke soort als het aantal individuen van soort i ten opzichte van het totaal aantal individuen: n i N {\displaystyle n_{i} \over N}

Berekening van de index

H = i = 1 S ( p i ln p i ) {\displaystyle H^{\prime }=-\sum _{i=1}^{S}(p_{i}\ln p_{i})}

Voor elk aantal soorten is er een maximum H {\displaystyle H^{\prime }} , H max = ln S {\displaystyle H_{\max }=\ln S} wanneer alle soorten even sterk vertegenwoordigd zijn.

Een alternatief:

H = i = 1 S ( p i ln p i ) [ ( S 1 ) / 2 N ] {\displaystyle H^{\prime }=-\sum _{i=1}^{S}(p_{i}\ln p_{i})-[(S-1)/2N]}

De tweede helft van de vergelijking is een correctiefactor.

Gelijke verdeling verhoogt de Shannon-index

Het volgende laat zien dat populaties een maximale Shannon-index hebben als elke soort uit evenveel individuen bestaat.

Een uitbreiding van de index:

H = i = 1 S n i N ln n i N {\displaystyle H^{\prime }=-\sum _{i=1}^{S}{n_{i} \over N}\ln {n_{i} \over N}}
N H = i = 1 S n i ( ln n i ln N ) = i = 1 S n i ln n i + ln N i = 1 S n i {\displaystyle NH^{\prime }=-\sum _{i=1}^{S}n_{i}\left(\ln n_{i}-\ln N\right)=-\sum _{i=1}^{S}n_{i}\ln n_{i}+\ln N\sum _{i=1}^{S}n_{i}}
N H N ln N = i = 1 S n i ln n i {\displaystyle NH^{\prime }-N\ln N=-\sum _{i=1}^{S}n_{i}\ln n_{i}}

Definieer H s = i = 1 S n i ln n i {\displaystyle H_{s}=-\sum _{i=1}^{S}n_{i}\ln n_{i}} Want N {\displaystyle N} is een positieve constante voor de populatiegrootte, en N ln N {\displaystyle N\ln N} is ook een constante, wanneer H s {\displaystyle H_{s}} wordt gemaximaliseerd, is dit gelijk aan het maximaliseren van H {\displaystyle H^{\prime }} .

Interpretatie

De ondergrens van de index is nul (wat bijvoorbeeld het geval is als er slechts één soort voorkomt) en is naar boven toe in theorie onbegrensd. Er worden echter zelden waarden hoger dan 4 waargenomen. Het feit dat de index de soortenrijkdom én hun verdeling in één waarde combineert, kan zowel als een sterkte als een zwakte worden gezien. Enerzijds geeft het in één opslag een beeld van beide, maar anderzijds geraakt op deze manier informatie verloren.

Zie ook

  • Vegetatieschaal van Tansley
  • Braun-Blanquet-methode
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Krebs, C.J. (1989). Ecological Methodology. HarperCollins, New York.
  • Weaver, W. & Shannon, C.E. (1949). The Mathematical Theory of Communication. Urbana, Illinois: University of Illinois.
  • Shannon, C.E. (1948). A mathematical theory of communication. Bell System Technical Journal Juli en oktober 27: 379–423 and 623–656.
  • McDonald, G. (2003). Biogeography: Space, Time and Life, John Wiley & Sons. p. 409
· Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) · Sjabloon bewerken
Vegetatiekunde
Algemene begrippen:codominantie · concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · ecologische gradiënt · facies · fytocoenon · fytosociologie · gemeenschapsgradiënt · inslaggemeenschap · mozaïekcyclusconcept · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde · vervangingsgemeenschap
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · dystrofie · ecologische amplitude · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · eutrofie · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · hypertrofie · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · guanotrofie · meso-eutrofie · meso-oligotrofie · mesotrofie · minerotrofie · oecologische groep · oligotrofie · ombrotrofie · optimum · standplaatsfactor · stroomdalflora · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · successierelict · vegetatieaspect · verlanding· vervangingsgemeenschap
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · microgemeenschap · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · diagnostisch taxon · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · proefvlak · relevé · Shannon-index · transect · vegetatieopname · vegetatiekundige · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · lokale vegetatietypologie · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen