Mallomys aroaensis
Mallomys aroaensis IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Mallomys aroaensis (De Vis, 1907) | |||||||||||||
Mallomys aroaensis op Wikispecies | |||||||||||||
|
Mallomys aroaensis is een knaagdier uit het geslacht Mallomys.
Kenmerken
Deze soort heeft een grijze rugvacht en een witte buik. De oren zijn donker van kleur. De kop-romplengte bedraagt 344 tot 415 mm, de staartlengte 335 tot 435 mm, de achtervoetlengte 64,4 tot 72 mm, de oorlengte 25,3 tot 27,5 mm en het gewicht 1410 tot 2000 gram.[2] Vrouwtjes hebben 1+2=6 mammae.[2][3]
Leefwijze
Deze soort heeft zowel holen in rotsachtige gebieden als in zachte aarde. Waarschijnlijk eet hij bladeren en knoppen. 's Nachts klimt het dier in bomen om zich te voeden.
Voortplanting
Per worp krijgt het vrouwtje één jong, dat lang bij haar blijft.[2]
Verspreiding
Deze soort komt voor op Nieuw-Guinea. Deze soort komt voor van het Arfakgebergte op de Vogelkop in het uiterste westen tot op Mount Simpson in het uiterste zuidoosten van Nieuw-Guinea. Het dier komt ook voor op het Huon-schiereiland. Het dier leeft op 1100 tot 2700 m hoogte. De Tavade (Central Province, Papoea-Nieuw-Guinea) noemen dit dier "diolo", de Daribi (Chimbu Province, Papoea-Nieuw-Guinea) noemen M. araoensis (en Hyomys goliath) "bogoli", de Pawia (ook uit Chimbu Province) noemen dit dier "tepu", en de Daga (Milne Bay Province) noemen dit dier "sigun".[2]
Ondersoorten
Er zijn twee ondersoorten:[2]
- Mallomys aroaensis hercules (Huon-schiereiland)
- Mallomys aroaensis aroaensis (rest van het verspreidingsgebied)
- ↑ (en) Mallomys aroaensis op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ a b c d e Flannery, T.F. 1995. Mammals of New Guinea. Chatswood, New South Wales: Reed Books, 568 pp.
- ↑ De cijfers voor het =-teken slaan op het aantal paren van mammae; het cijfer erna is het totale aantal mammae. Om die reden is het nummer na het =-teken altijd twee keer zo hoog als dat ervoor. Dit is de gebruikelijke notatie in de mammalogische literatuur.