Filips van Lo
Filips van Lo († voor 1127) was de tweede oudste zoon van Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen, en Geertruida van Saksen.[1]
Hij verwekte bij een Ieperse wolkaardster een bastaardzoon, genaamd Willem van Ieper.[2] In 1093 droeg hij enkele rechten over aan de Sint-Pietersabdij.[3] Adela
Voorouders
Voorouders van Filips van Lo | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Boudewijn IV van Vlaanderen (980-1035) ∞ 1012 Otgiva van Luxemburg (986-1030) | Robert II van Frankrijk (972-1031) ∞ Constance van Arles (986-1034) | Bernhard I van Saksen (940-1011) ∞ Hildegard van Stade (ca. 965-1011) | Hendrik van Schweinfurt (950-1117) ∞ Gerberga van Gleiberg (ca. 970-1036) | ||||
Grootouders | Boudewijn V van Vlaanderen (1013-1067) ∞ 1028 Adela van Mesen (1016-1065) | Bernhard II van Saksen (ca. 990-1059) ∞ 1020 Eilika van Schweinfurt (1005-1059) | ||||||
Ouders | Robrecht I de Fries (ca. 1029-1093) ∞ 1063 Geertruida van Saksen (1033-1113) | |||||||
Filips van Lo (-) |
Noten
- ↑ Genealogica Comitum Flandriæ Bertiniana (MGH SS IX, p. 306), Saint-Bertin II.11, 1127, p. 298, Lamberti Genealogia Comitum Flandriæ 8 (MGH SS IX, p. 311).
- ↑ Galbert van Brugge, De multro, traditione, et occisione gloriosi Karoli comitis Flandriarum 47 (p. 76): se nullo modo Willelmum illum in comitem recepturos, eo quod spurius sit, natus scilicet ex nobili patre et matre ignobili, quae lanas carpere, dum viveret ipsa, non cessaret..
- ↑ M. Weissenbruch (ed.), Cartulaire de l'abbaye de Saint-Pierre de Loo 1093-1794, I, 1870, p. 1.
Referentie
- C. Cawley, FLANDERS, COUNTS, fmg.ac (2006-2011).