Alatiliparis

Alatiliparis
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Asparagales
Familie:Orchidaceae (Orchideeën)
Onderfamilie:Epidendroideae
Geslachtengroep:Malaxideae
Subtribus:Malaxidinae
Geslacht
Alatiliparis
Marg. & Szlach. (2001)
Typesoort
Alatiliparis filicornes Marg. & Szlach. (2001)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Alatiliparis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Alatiliparis is een geslacht met vijf soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae. Het is afgescheiden van het geslacht Liparis.

Het zijn kleine epifytische planten met een weinig opvallende bloeiwijze uit schaduwrijke bossen van Java en Sumatra.

Naamgeving en etymologie

  • Synoniem: Gastroglottis Blume (1825), Predilea Lindl. (1826)

De botanische naam Alatiliparis is afgeleid van het Latijnse 'alatus' (gevleugeld) en van het geslacht Liparis, en slaat op het gevleugelde gynostemium.

Kenmerken

Alatiliparis-soorten zijn kleine epifytische planten met korte, draadvormige wortels aan de voet van gegroepeerde, vlezige, ovale of conische pseudobulben, met aan de basis enkele dunne, langwerpige tot lancetvormige bladeren met een gevleugelde bladsteel en scherpe punt, en een eindstandige, langgerekte, ijle maar veelbloemige tros met tientallen kleine bloempjes op een zigzag verlopende bloemstengel.

De bloemen zijn tot 1 cm groot, geresupineerd en geel tot roze gekleurd. De kelkbladen zijn vrijstaand, breed ovaal, met een lange, scherpe top, de kroonbladen veel smaller. De bloemlip is licht drielobbig of uit één stuk, ovaal tot langwerpig, door een plooi gescheiden van het gynostemium, met een nectarklier aan de basis. Het middendeel van de lip is dik, met drie longitudonale richels of nerven, de top loopt uit in een lange, smalle, gegolfde punt. Het gynostemium is rechtopstaand en draagt aan de basis twee opvallende, fragiele vleugels. De stempel is ovaal, hol, omgeven door een dikke rand, en met een dik rostellum. De brede helmknop draagt vier smalle, kegelvormige pollinia.

Verspreiding en habitat

Alatiliparis-soorten zijn epifytische planten die groeien op bemoste bomen in schaduwrijke montane bossen uit Java en Sumatra.

Taxonomie

Alatiliparis werd van Liparis afgescheiden door Margońska en Szlachetko in 2001[1][2].

Het geslacht telt in de meest recent geaccepteerde taxonomie vijf soorten. De typesoort is Alatiliparis filicornes.

Soortenlijst

  • Alatiliparis angustiflora (J.J.Sm.) Szlach. & Marg. (2001)
  • Alatiliparis filicornes Marg. & Szlach. (2001)
  • Alatiliparis lepanthes (Schltr.) Szlach. & Marg. (2001)
  • Alatiliparis otochilus Marg. & Szlach. (2001)
  • Alatiliparis speculifera (J.J.Sm.) Szlach. & Marg. (2001)

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  • (en) Een fylogenetische analyse van de Orchidaceae - data van rbcL nucleotide-sequenties
  • (en) 'Orchid Tree' : een fylogenie van epifyten in de 'tree of life'
  • (en) Alatiliparis in ePIC, the electronic Plant Information Centre

  1. K.M. Cameron, 2005: Leave it to the leaves: a molecular phylogenetic study of Malaxideae (Epidendroideae, Orchidaceae (en) . Gearchiveerd op 26 juni 2010.
  2. H.B.Margońska & D.L. Szlachetko, 2001: Alatiliparis (Orchidaceae, Malaxidinae), a new orchid genus with two new species from Sumatra (en) . Gearchiveerd op 26 juli 2020.
· · Sjabloon bewerken
Indeling van de tribus Malaxideae

Subtribus Malaxidinae
Geslachten: Alatiliparis · Crepidium · Crossoglossa · Dienia · Disticholiparis · Hammarbya · Liparis · Malaxis · Oberonioides · Orestias · Pseudoliparis · Risleya · Saurolophorkis · Seidenfia · Seidenforchis · Stichorkis · Tamayorkis
Subtribus Oberoniinae
Geslachten: Hippeophyllum · Oberonia