Advocacy planning

Advocacy planning (belangenbehartigingsplanning) is een planologische theorie die in de jaren 1960 geïntroduceerd werd door de Amerikaanse planoloog Paul Davidoff (1930-1984)[1]. De theorie gaat ervan uit dat in planningsprocessen de sociaaleconomische bevolkingsgroepen met veel financiële middelen en politieke macht het meest in staat zijn hun belangen te verdedigen. Davidoff stelde derhalve dat planologen de belangen dienen te behartigen van bevolkingsgroepen met minder macht en vermogen, vergelijkbaar met een advocaat die zijn cliënt vertegenwoordigt[2]. De rol van de planoloog verschuift hierdoor van een technische oriëntatie naar het versterken van de lokale democratie, door het bedienen van achtergestelde groepen in de samenleving.

Invloed

De theorie van advocacy planning beïnvloedde een nieuwe generatie planologen. Zij verbreedden hun functie door op te treden als verdedigers van gemarginaliseerde groepen wier belangen tegenover die van de gemeentelijke overheid stonden. In plaats van geïntegreerd te zijn in de regionale of lokale overheidsorganen prefereerden sommige van deze planologen te opereren binnen zogeheten community development corporations. Dit zijn organisaties gericht op de belangen van buurtbewoners.

Zie ook

  • Belangenorganisatie
  • Participatie
  • Pluralisme
Bronnen

Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Advocacy planning op de Franstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.

  1. Planning Theory for Practitioners Michael P. Brooks (2002). Planners Press, American Planning Association, p. 107. Gearchiveerd op 12 december 2021.
  2. Advocacy and Pluralism in Planning Paul Davidoff (1965). Journal of the American Institute of Planners. Geraadpleegd op 4 november 2018. Gearchiveerd op 23 november 2018.